Door: Frank Huisman Komend weekend is het weer zover: KONA HAWAII, IRONMAN World Championship. Dat wordt weer lang opblijven en genieten van de titanenstrijd op het mooiste triathlon toneel van de wereld. Natuurlijk vragen we ons af wie er gaat winnen, gaat het dit jaar tussen Jan Frodeno en Patrick Lange? kan Lionel Sanders dit jaar weer in de strijd mengen of gaat Alistair Brownlee meedoen voor de winst? En kan Daniela Ryf voor de 5e maal op rij de winst pakken? Of heeft Lucy Charles dit jaar harder gewerkt aan haar fietsonderdeel dan aan het zwemmen? Een bizarre wedstrijd blijft het toch altijd weer in KONA, met flinke wind en warmte op het hoogste niveau een Ironman afwerken, blijkt voeding en hydratatie een grote rol te spelen, en wie dit goed beheerst loopt zich niet dood. Maar bovenal blijft het een wedstrijd in doseren - “Bike too fast and you’re burned rubber om Hawaian Tarmac”… We weten natuurlijk allemaal dat je met te hard fietsen jezelf opblaast, maar hoe hard moet je dan precies fietsen? Uiteraard weten alle triatleten die met een vermogensmeter dit op het Wattage exact te vertellen, maar op het toneel van Hawaii, worden de grenzen verlegd.. Collega Frank Heldoorn schreef hierover eerder al eens een mooi artikel over. Hij analyseerde de resultaten van IM Maastricht en kwam tot de conclusie dat voor dat parcours een Run/Bike ratio van ca. 60% ideaal is. Geldt dit dan ook voor Kona ? Bijna wel, maar we zien een opmerkelijke trend… De resultaten afgelopen 3 jaar laten zien dat voor de Top20 Pro’s op Hawaii de Run/Bike ratio iets hoger ligt, nl richting de 65%. Wat opvallend is dat in 2017 en 2018 dit percentage elk jaar 1,5-1,7% is toegenomen. Terwijl de finishtijden toch elk jaar weer flink sneller zijn. Als we de onderstaande tabel bestuderen zien we waar m dit in zit: Het fiets niveau is flink verbeterd. Bij de mannen fietste de top 20 in 2018 gemiddeld 04:18:00 t.o.v. 4:34:13 in 2016. Bij de vrouwen was dit in 2018 4:47:26 t.o.v. 5:11:12 in 2016. Een bizarre verbetering voor zowel de mannen als de vrouwen, terwijl het looponderdeel hier nauwelijks aan heeft ingeboet. Bij de vrouwen is deze in 2018 zelfs 4 minuten verbeterd t.o.v. 2016. De mannen leveren 4 minuten in. Kijken we naar de top20 dan lijkt een Run/Bike ratio van 67% – 68% ideaal te zijn voor KONA. Als we de Top3 bestuderen zien we eigenlijk hetzelfde patroon: In 2016 zaten de top 3 mannen allemaal laag in de 60% met de Run/Bike ratio (resp. 61,55 / 64,05 / 57,50) maar in 2018 was dit al 1.5% hoger (63,08 / 65,65 / 63,55) Ook de vrouwen scoorden in 2016 rond de 60% ratio (60,48 / 57,36 / 62,49) en in 2018 zaten nr. 1 en 2 op maar liefst 66% (66,54 / 66,81 / 60,93) Conclusie:
Het Pro veld heeft de afgelopen 3 jaar een enorme ontwikkeling geboekt in het fietsniveau, zonder dat ze hiervoor de prijs hebben hoeven betalen tijdens het lopen. Ik ben benieuwd hoe dit zich ontwikkeld; gaat er nog sneller gefietst worden ? Of is het lopen nu aan de beurt …? Aanstaande zondag weten we meer..
1 Comment
|